De narcist zorgt ervoor dat zijn doelpersoon zwakheid toont. Ze springen erop als je iets zegt waaruit je minderwaardigheid blijkt, of als je stottert, of als je later opstaat dan zij. Aan de andere kant, als de doelpersoon opschept of iets geweldigs bereikt, halen ze hem of haar naar beneden. Als de doelpersoon zich dan schaamt en zwakheid toont, vinden de narcisten dat leuk en versterken ze dit gedrag.
Zo speelt de narcist met het schaamte/grootsheidscontinuüm, een soort bril die we opzetten en die bepaalt hoe we de wereld zien.
Als we iemand ontmoeten, kan diegene gedrag vertonen dat de indruk wekt van een hoge status, zoals houding, kleding, carrière, emotionele beheersing of hoe hij of zij ons behandelt. Iemand anders kan ons vertellen dat deze persoon beroemd is of ergens talent voor heeft. Als gevolg daarvan kunnen we die persoon als ‘beter’ dan onszelf beschouwen. Di...